Uit de achterbil halen we onder andere de gekookte hespen. De hammen worden eerst mooi opgekuist en het overtollig vet wordt verwijderd. Daarna worden ze gedurende 3 uur gerookt, waarna ze 6 uur rusten. Vervolgens worden ze ontbeend en gepekeld met een zelf samengestelde kruidenpekel. Erna gaan ze gedurende de nacht in een vacuümtrommel. Tenslotte worden ze ontvliesd, nauwkeurig ontvet en in vormen gebracht om nog eens 12 uur te koken. Het resultaat, de gekookte ham, vormt de basis voor vleessalades, hesperolletjes, lasagne, cordon bleu, ovenschotels, enzovoort.
Het heupje wordt verwerkt in gemarineerde schnitzels, onze gekende Heestertse smulhammetjes, gyros en brochettes.
DE ACHTERBIL